Een bestuursvoorzitter vervangen die al zo lang tot ieders tevredenheid functioneert, was geen eenvoudige klus. ‘Hij was mister Odion. Vervang zo iemand maar eens!’ zegt Harry Luik, voorzitter van de raad van toezicht van Odion.
‘Samen met Movimento hebben we er goed bij stilgestaan dat de opvolging op zijn minst ingewikkeld was.’ Hij en Annemarie van Dalen, die op 21 mei aantrad als nieuwe bestuursvoorzitter, zijn het volledig met elkaar eens: Movimento zoekt de vraag achter de vraag.
‘Het was in Movimento’s voordeel dat ze Odion al kenden. Ze hebben zich serieus verdiept in wat aan de orde was,’ zegt Luik. Volgens Van Dalen gaat het bij Movimento om meer dan competenties en een goed cv alleen. ‘Ze proberen het anders te doorgronden,’ vult ze aan. ‘Wat is dit voor een soort organisatie? En aan de kant van de kandidaat: wat voor soort mens ben jij? Dat is net op een dieper niveau. Ze krijgen goed boven tafel waar het in een organisatie om gaat, kijken meer tussen de regels door en onderzoeken dan: waar zit het vonkje, de echte match?’
Samenwerking
Luik noemt het uitbesteden van werving en selectie comfortabel: ‘Movimento neemt met verstand van zaken heel veel werk van je over. Je laten helpen door een bureau betekent dat er zoveel mogelijk stenen zijn opgetild om te kijken wat eronder lag. Je weet ook van tevoren goed waar je aan begint en wat het tijdspad is. In combinatie met het gegeven dat Movimento goed in de markt zit en ter zake deskundig is, wekte dat het vertrouwen dat we eruit zouden komen.’ Die verwachting bleek te kloppen toen Movimento een longlist met zeer goed gekwalificeerde kandidaten presenteerde. ‘Een luxeprobleem’, zegt Luik lachend. ‘Maar er is unaniem voor Annemarie gekozen. Ze is deskundig, ervaren en een prettig mens. Ze had een goed begrip van wat er van haar gevraagd zou gaan worden.’
In 2012 promoveerde Van Dalen als organisatieantropoloog. Na het verschijnen van haar proefschrift kwam Van Dalen al in contact met Movimento en voerde gesprekken over de betekenis van nieuw leiderschap in de huidige tijd. Hoe zij de samenwerking ervoer? ‘Waar ik zelf naar kijk is: wat is het voor organisatie en past die bij mijn eigen visie en opvattingen over besturen? Astrid kende mij en Odion al langer, ze zei: dit is zo jouw manier van werken. Dat maakte het de moeite waard om te onderzoeken.
"Waar zit het vonkje, de echte match?"
Annemarie van Dalen
Visie op besturen
Wie de website van Odion bezoekt krijgt meteen een helder beeld van die visie, die samengevat in één zin luidt: Geen vraag te gek. Van Dalen: ‘Bij Odion proberen ze echt te doorgronden wat het betekent als je zoiets zegt.’ Want ook voor een bestuursvoorzitter is het zaak te doorzien wat de vraag achter de vraag is en daar invulling aan te geven. Ze gaat verder: ‘Ik ben van oorsprong organisatieantropoloog en heb onderzoek gedaan naar zorgvernieuwing en anders besturen en organiseren, omdat ik vaak tegenkwam dat zorgverleners zeiden: Wij doen ons werk eerder ondanks de organisatie, dan dankzij de organisatie. Organiseren moet van toegevoegde waarde zijn van het werk waar we voor staan.’
Luik beaamt dat als hij zegt: ‘Wij denken dat Annemarie over de juiste karaktertrekken en het handelingsrepertoire beschikt om die visie voort te zetten. In de geest van de vertrekkende bestuurder, maar ook op haar eigen authentieke wijze.’ Van Dalen vult aan: ‘Als het gaat om de benaderingswijze, de visie en heel dicht bij de cliënten de dingen organiseren, dan sluit dat heel erg aan. Natuurlijk ben ik een ander persoon dan de vorige bestuurder, maar als we zeggen “we willen een bepaalde richting op”, dan moet dat voor mij in alles tot uitdrukking komen. Dat is misschien ook wel de antropologische invalshoek, dat gaat heel erg over betekenis maken met elkaar. Dus waarom doe je de dingen zoals je ze doet en lukt het om dat met elkaar te herleiden naar je belangrijke waarden en visie? Dat zie ik als een van de belangrijkste dingen van mijn werk als bestuurder.
Buiten naar binnen brengen
Inmiddels is Van Dalen gevraagd zitting te nemen in het bestuur van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). ‘Dat is goed voor Odion en precies een van de dingen waar wij als raad van toezicht wat van verwachten.’ Luik doelt op het feit dat ze hiermee de buitenwereld meer binnen haalt en daarmee openingen biedt om bijvoorbeeld naar werkmethodieken te kijken: ‘We doen dit werk al heel lang op ongeveer dezelfde manier’, zegt hij. Van Dalen vult aan: ‘Mensen hebben soms het idee dat ze met veel verschillende dingen tegelijk bezig zijn en dat het zoeken is naar wat de rode draad is, het verhaal, en hoe het allemaal met elkaar samenhangt. Terwijl, we doen maar één ding en dat is doen wat nodig is voor de cliënt vanuit het idee: geen vraag te gek. En dan heb je het dus ook over een beweging naar meer zelforganisatie, naar visiegericht werken, kritisch zijn op de bureaucratie en alternatieven bedenken voor kwaliteitsbewaking en de verantwoording daarvan.’ Luik: ‘Geen vraag te gek, kom maar op! Dat is ook de geest van de vorige bestuursperiode. Wij helpen mensen met een beperking zichzelf te helpen. Wat nodig is, is nodig. We verwachten van Annemarie dat ze vanuit haar kennis en ervaring Odion op de kaart zet.’
Van Dalen sluit af: ‘Het is niet alleen zeggen: de cliënt staat centraal. Dan moet je congruent zijn en je visie vertalen in alles wat je doet. Uiteindelijk moet je het doen in de praktijk. Je kunt het mooi opschrijven, maar het is afhankelijk van de context waarbinnen je werkt. En elke vraag, elke cliënt is anders. Je zult elke keer weer opnieuw moeten kijken wat het betekent om te zeggen “geen vraag te gek”.’ Luik zag diezelfde visie ook terug in de samenwerking met Movimento en voegt toe: ‘Ik ben onder de indruk geraakt van hoe de ondersteuning is gegaan. Echt op de service georiënteerd. Ook daar: geen vraag te gek.